Blog Layout

Schrijftroost

Inez Lips • 29 maart 2020
In ons boek Troost die ertoe doet, vertellen de Nederlandse auteurs Mirjam Rotenstreich en Adri (A.F.Th.) v.d. Heijden over de troost die zij ontlenen aan het schrijven n.a.v. het verlies van hun zoon Tonio in 2010. Onderstaande citaten zijn een voorpublicatie uit de genoemde hoofdstukken.

Uit hoofdstuk: 
Mirjam Rotenstreich: Adri en de katten zijn mij tot troost

“Anderhalve maand na Tonio’s dood ben ik verder gaan schrijven aan Verloren mensen. Ik stond dan om 5.00 uur ’s ochtends op om tot 9.00 uur als een bezetene te schrijven. Daarna bracht ik Adri zijn ontbijt, zwalkte ik de rest van de dag als een zombie door het huis en ging aan het einde van de middag naar AH, waar ik, nog steeds een zombie, er uren over deed om een paar boodschappen bij elkaar te verzamelen. Zonder die drang om zo extreem vroeg op te staan om te schrijven, zou ik het niet hebben gered.” 

Haar nieuwe boek gaat over haar vader. Het was geen bewuste keuze, hoewel ze voor het verlies van Tonio ook al met de gedachte bezig was. “Ik wilde een boek over zijn leven schrijven rond het thema dat hij verschillende keren een andere nationaliteit kreeg zonder van woonplaats te veranderen. Maar om daarover het gesprek aan te gaan, dat voelde aan weerszijden te zwaar. Het zou er waarschijnlijk niet van gekomen zijn als Tonio nog had geleefd. Een paar jaar geleden echter knalde mijn vader ineens - bam! - bij mij binnen. In mijn hart wel te verstaan. Ik moest over hem gaan schrijven. Het heeft ook te maken met het stellen van een actieve daad tegenover zoveel ellende. Dit boek heeft daarom alles te maken met Tonio. Maar ook met míjn relatie tot mijn vader. Hij heeft zoveel moeten meemaken. Tijdens zijn leven praatte hij daar niet over en mij lukte het niet om er naar te vragen. Omdat ze het samen zo goed konden vinden, hoopte ik altijd dat Tonio ooit mijn vader zou uithoren over diens verleden. Je hoort wel dat door de oorlog getraumatiseerde mensen hun verhaal niet aan hun eigen kinderen kwijt kunnen maar wel aan de volgende generatie.”

“Ik schrijf uit liefde voor mijn vader, om hem zijn leven terug te geven. Voor mij is dat nu belangrijk èn voor mijn zus. Verder hebben we - door de onmin in de vorige generatie - geen contact met de paar familieleden die er nog zijn. Het schrijven van dit boek geeft nu invulling aan mijn leven en het geeft mij een stukje van mijn leven terug. Zo was mijn vader altijd erg geïnteresseerd in literatuur; ik weet nu van wie ik de passie voor literatuur heb. Schrijven verbindt mij met de ring boven en ring onder mij, ringen die er in het echte leven niet meer zijn.” 

“Adri en ik hebben elkaar, dat gaat goed. En we hebben het schrijven, we zijn elkaar niet kwijt geraakt, dat is ontzettend belangrijk.”

Uit hoofdstuk:  
A.F.Th. van der Heijden: Troost vind ik in de postume gedaanten
 van Tonio

“Ik begon al de dag na Pinksteren 2010, dus na het gesprek met een dame van de begrafenisonderneming, aan een tekst die zou uitgroeien tot de requiemroman ‘Tonio’. Natuurlijk schrijf je op die manier, in een roes of trance, het verdriet en gemis naar je toe. Ik kan achteraf, acht jaar na de publicatie, niet oordelen hoe heilzaam en troostrijk het schrijven voor me was. Ik zag al spoedig de contouren van een compositie ontstaan. Met andere woorden, er bleef ondanks de intense emoties ergens in mijn brein een ijskoude plek intact die de stijl en de opbouw van mijn boek coördineerde.”

“Ik heb het gemis literair getransformeerd, maar deze ‘schrijftroost’ betekent niet dat het gemis uit mijn dagelijkse leven weg is en een soort ‘opgetild’ bestaan leidt. Ik zou het niet willen en kunnen missen, want het gemis en het verdriet erom heen vormen het meest rechtstreekse contact dat ik nog met mijn zoon kan hebben.”

“Schrijven kan niet zonder dubbelheid en verdubbeling. De onderwereld is de dubbele bodem van de hutkoffer die de bovenwereld verbeeldt. De schrijver die naast, of onder, zijn bovenwereld een onderwereld erkent, kan in beide werkelijkheden vertoeven, wat op z’n minst extra dimensies aan zijn werk geeft. Door het bestaan, of laten bestaan, van een onderwereld wordt het mij gemakkelijker gemaakt meerdere vervolglevens voor Tonio (en andere dierbaren) te bedenken en te realiseren.”

Om Tonio verder ‘in leven te houden’ moest ik hem volgen naar een leeftijdsfase die hem in werkelijkheid niet vergund was: vanaf zijn zesentwintigste, inderdaad als rijpere jongeman, en in een gevaarlijker rol: die van oorlogsfotograaf. Dat komt allemaal het best tot z’n recht in de nog ongepubliceerde MH17-roman. In ‘Mooi doodliggen’ vervult Natan Haandrikman slechts een bijrol, zij het een belangrijke, die overeenstemt met zijn hoofdrol in MH17. Ja, ik denk dat hier sprake is van een heel natuurlijk ontstane volgende fase in het rouwproces, dat het nu moet stellen zonder de authentieke Tonio, die via de verbeeldingskracht nieuw leven krijgt ingeblazen.”
Foto van Eric de Jong bij het televisieprogramma Tijd voor MAX
door Inez Lips 8 juni 2020
Eric en Inez praten over troost in Tijd voor MAX Hoe doe je dat, goed troosten? Presentatrice Martine van Os vroeg het aan Inez Lips en Eric de Jong op 5 juni.
Foto van Inez lips, auteur van het boek Troost die ertoe doet
door Inez Lips 8 juni 2020
Op 19 mei j.l. verscheen onder deze titel het interview met Inez in het Haarlems Dagblad
door Inez Lips 3 mei 2020
Wij oma’s hebben het extra moeilijk in deze coronatijd. Opgesloten in quarantaine als kwetsbare doelgroep missen we het spontane lichamelijke contact met onze kleinkinderen, met name de kleintjes. Maar waarom hebben we toch zo'n knuffeltrek?
Share by: