Blog Layout

Oma’s met knuffeltrek

Inez Lips • mei 03, 2020

Wij oma’s hebben het extra moeilijk in deze coronatijd. Opgesloten in quarantaine als kwetsbare doelgroep missen we het spontane lichamelijke contact met onze kleinkinderen, met name de kleintjes.

Het leuke van oma of opa zijn is nu juist dat vanzelfsprekende van lekker samen dicht tegen elkaar op de bank een boekje voorlezen, een puzzel maken, het helende kusje als je kleinkind zich bezeert, of het in slaap wiegen wanneer hij of zij nodig een dutje moet doen. Dat alles kan niet meer. Het zijn met name onze eigen kinderen die het contact afraden, en dat natuurlijk alleen vanuit hun bezorgdheid voor ons welzijn. Zij willen niet op hun geweten hebben dat wij door het innige contact met hun gezinnetjes met Covid-19 worden besmet.

Dat  kan tot verdrietige gevoelens van gemis en tot rare situaties leiden. Zo vertelde een vriendin dat zij buiten zat toen ze haar kleinkinderen boven op het begroeide duin achter haar tuin “oma, oma!” hoorde roepen. Ze sprong verrast op en riep terug dat zij alvast de limonade ging maken en hen tegemoet zou lopen. Maar toen ze het pad opliep waarlangs haar kleinkinderen het duin af zouden rennen, was daar niemand. Toen ze haar zoon belde waar ze bleven, antwoordde die verbaasd dat hij met de kinderen in zijn tuin zat, en wat was er met haar in hemelsnaam aan de hand…

Tja, een geval van kleinkindontbering (grandchild deprivation), dat was met haar aan de hand! Geen nieuw fenomeen natuurlijk. Er zijn zoveel situaties te bedenken waar oma’s en opa’s een tijdlang of misschien wel nooit meer hun kleinkinderen kunnen knuffelen. Gelukkig kunnen wij ze nog zien en spreken via het beeldscherm; zelfs het voorlezen kan tegenwoordig heel goed digitaal. Waarom is het knuffelen dan zo belangrijk, en missen wij het? Op een leeftijd waarop je niet bepaald meer een begeerlijk object voor de ander en de maatschappij bent, is het een geweldige bonus als er zachte, grappige en leuke wezentjes zijn die zich regelmatig in je armen werpen.

‘Huidhonger’, dat schijnt de term te zijn voor het intense verlangen naar lichamelijk contact dat ontstaat door een gebrek aan aanraking. Niet alleen grootouders lijden daaronder. Ook mensen die alleen wonen en in deze tijd elk contact met anderen moeten mijden, kunnen te maken krijgen met deze, soms gekmakende tekortkoming. Het aanraken en het worden aangeraakt is voor mensen (en veel diersoorten!) essentieel voor een evenwichtige ontwikkeling en gevoel van welbevinden. Hieraan ten grondslag ligt het ‘knuffelhormoon’ oxytocine. Dit hormoon speelt een cruciale rol bij het verbinden van sociale contacten met warme gevoelens. Het is van belang voor de bonding bij ouder-kind, romantische en vriendschappelijke relaties.

In ons boek Troost die ertoe doet willen we aantonen hoe essentieel oxytocine en daarmee het verlangen naar en de behoefte aan lichamelijk contact is om goed te kunnen troosten en getroost te worden. Het begint al bij een baring: in het verhaal Troost in zijn/haar jongste vorm kunnen we lezen we hoe de aanstaande moeder en het nog ongeboren kind samen –als het ware een oerkracht- die pittige lichamelijke klus klaren en de barende vrouw dit beeld als heel troostend ervaart voor de intense baringspijn.
Eenmaal op de wereld blijken baby’s zichzelf niet te kunnen troosten; hier hebben ze de warme, geruststellende aanwezigheid van een ouder of verzorger voor nodig. Als jonge kinderen niet voldoende geknuffeld en getroost worden, kan dat grote gevolgen hebben voor de latere geestelijke ontwikkeling. Emotionele verwaarlozing in het eerste levensjaar is desastreus voor de kansen op een evenwichtig en gelukkig leven.

Het voelen van de huidwarmte van de ander is een primaire behoefte. Niet alleen als baby maar ons hele leven willen we af en toe geknuffeld worden. In het verhaal Dansen naar lichtheid beschrijft Pauline hoe zij, na een zwaarmoedige en emotioneel onderontwikkelde jeugd, healing vond in de danssessies van 5Ritmes®. In ‘lichamelijkheid’, het bezig zijn met haar lichaam en de aanrakingen van anderen vond zij bevrijding.

“Toen de huidwarmte terugkwam, door aanrakingen van andere dansers, was er veel ontroering. Het is nu een levensvreugde die ik kan uitstralen en aan een ander kan bieden.”

“Er is pijn en angst in veel mensenlijven”, meldt Pauline in haar levensverhaal. “Het is een troost als mensen zichzelf kunnen ontmoeten, verbinding en soms huidwarmte van een ander ervaren.”

Bij aanrakingen denken we al gauw vooral aan handen en lippen, maar in feite is onze huid één groot gevoelig tastzintuig. Als het huidoppervlak een volwassene als een rol deeg zou worden uitgerold, krijg je een pizzadeeg van bijna 1,5 m doorsnee, dus ongeveer de huidige social distance, en dat is nogal wat.
Met aanrakingen en strelen denken we al gauw een sensueel of zelfs erotisch gebied te betreden, maar even zo vaak hoeft dat niet het geval te zijn. Elke relatie kent haar eigen specifieke, gebruikelijke lichamelijkheid. Zo zullen vrienden onderling er waarschijnlijk voor terug schrikken om elkaar te kussen zoals vriendinnen dat wel gewoon zijn te doen. Maar mannen onderling deinzen er niet voor terug om elkaar af en toe een liefhebbende stomp te  geven, of flink te ‘huggen’ bijvoorbeeld bij het drinken van een paar biertjes. Of wat dacht je van al die fysieke (team)sporten waarbij het er ook heel lichamelijk aan toe kan gaan?!

De aanraking hoeft niet van een ander mens te komen. De lichamelijke aanwezigheid en het kunnen strelen en knuffelen van een huisdier is een eerste klas vertrooster. Sommige dierenvrienden verkiezen de innige en oprechte relatie met hun dierlijk maatje verre boven die met een ander mens, lees hiervoor het verhaal Het gezelschap van geweldige viervoeters in ons boek.
Ook bepaalde hoogontwikkelde diersoorten troosten en bemoedigen elkaar door intensief lichamelijk contact. Zo vertelt de wereldberoemde primatoloog Frans de Waal in De liefdevolle knuffel van een mensaap hoe chimpansees niet onderdoen voor onze ‘soort’ in hun lichamelijk vertoon van omhelzen, kussen en andere, wellicht meer aapspecifieke aanrakingen, zoals intensief vlooien. Frans de Waal heeft wetenschappelijk bewezen dat dit geen aangeleerd gedrag is maar dat het empathisch vermogen dat aan bepaalde diersoorten kan worden toegeschreven, ook terug te voeren is op de aanwezigheid van het ‘knuffelhormoon’ oxytocine. In zijn boek Mama’s laatste omhelzing beschrijft hij hoe de oude, stervende chimpansee ‘Mama’ haar mensenvriend primatoloog Jan van Hooff voor het laatst omhelst. “Aap en mens knuffelen elkaar uitgebreid en maken gerustellende geluiden.”

Denk daar maar eens aan, oma, als je weer knuffeltrek voelt opkomen!

Foto van Eric de Jong bij het televisieprogramma Tijd voor MAX
door Inez Lips 08 jun, 2020
Eric en Inez praten over troost in Tijd voor MAX Hoe doe je dat, goed troosten? Presentatrice Martine van Os vroeg het aan Inez Lips en Eric de Jong op 5 juni.
Foto van Inez lips, auteur van het boek Troost die ertoe doet
door Inez Lips 08 jun, 2020
Op 19 mei j.l. verscheen onder deze titel het interview met Inez in het Haarlems Dagblad
door Inez Lips 03 mei, 2020
Wij oma’s hebben het extra moeilijk in deze coronatijd. Opgesloten in quarantaine als kwetsbare doelgroep missen we het spontane lichamelijke contact met onze kleinkinderen, met name de kleintjes. Maar waarom hebben we toch zo'n knuffeltrek?
Share by: